De start

Ik had mij voorgenomen de 1900 meter naar de Zwette, het kanaal van waaruit gestart werd, in looppas af te leggen. Dat zou tijd schelen en je spieren zouden er lekker warm van worden. Door de drukte lukte het mij niet eens een sukkeldrafje in te zetten. Een kwartier later was ik bij het ijs, waar ik op de oever plaats nam. Op het ijs had men ook vele bankjes neergezet waar je je schaatsen aan kon trekken.

Bij het aantrekken van de schaatsen speelde zich een weer eens iets af: tientallen keren had in mentaal mijn acties gerepeteerd. Om te voorkomen dat ik de hele tocht met een of twee natte sokken zou moeten rijden: eerst schaatsen neerleggen, rugzakje open, plastic tasje eruit (tegen natte billen), zitten, schoen 1 uit, schaats 1 aan, schoen 2 uit, schaats 2 aan, schoenen in rugtasje en opeens kwam de ritssluiting van mijn rugtasje muurvast te zitten! Ik moet bekennen dat ik toen een korte maar intense monoloog met mijn Schepper had. Gelukkig kreeg ik uiteindelijk de ritssluiting los. De eerste meters ijs waren bezaaid met zand doordat de mensen over het ijs naar de bankjes waren gelopen, maar daarna was het ijs van goede kwaliteit. Ik dacht er nog aan dat al dat zand op het ijs nu niet echt goed was voor mijn - tot dan toe - vlijmscherpe schaatsen. Een honderdtal meters verder schaatste ik geholpen door de wind met een fikse vaart over de Zwette richting Sneek.

 

Leeuwarden: geschatte starttijd: 10 : 30

In het begin was het kanaal tamelijk breed en het ijs was van goede kwaliteit: geen grote scheuren en schoon. In het begin was het toch wel druk op het ijs. Rondom mij schaatsten vele anderen. Het viel mij op dat al ik al in het begin vele mensen voorbij ging, die op de een of andere manier niet als "professionele schaatser" oogden. Ondanks de waarschuwingen zich goed te kleden zag ik een aantal mensen in spijkerbroek schaatsen of simpelweg met een dikke gebreide trui met een das. Die mensen zouden het nog moeilijk krijgen. Het viel mij op dat het eigenlijk direct na de start vrij stil was langs de route in vergelijking met de drukte bij de startplaats.

Ik passeerde een brug waaraan een spandoek hing met de tekst: "Kom op, 't is maar één rondje!". Inderdaad, het was maar één rondje te gaan. Bij bruggen en bruggetjes stonden altijd wel mensen om je aan te moedigen. Ook later langs de kant bij huisjes en boerderijtjes stonden mensen, soms met een spandoek met teksten zoals: "zet "m op, Tjibbe!" of iets van die strekking. Tot mijn grote verrassing ging het allemaal voorbeeldig. Op een zeker moment flitste zelfs de term "weggevertje" door mijn hoofd. Nu de wind in de rug en later, als ik hem tegen zou krijgen, zou deze gaan liggen, hadden ze beloofd. Niet bleek later minder waar.

Overmoedig door het voorspoedig verloop zwaaide ik bij een bruggetje enthousiast naar een paar mensen. Daar leerde ik toen op pijnlijke wijze dat je bij 90 % van de bruggetjes direct nà de brug grote scheuren in het ijs had. Ik kwam voor de eerste keer ten val. Haastig en enigszins beschaamd krabbelde ik weer op en reed verder.

De eerste stempelpost

Er was in de starttent meermaals gewaarschuwd voor de eerste stempelpost, Sneek [Snits]. Deze bevond zich een flink stuk voor het eigenlijke plaatsje. Het was een vrij lange balie langs het ijs met een flink aantal stempelaars. Dit omdat dit de drukste post was: iedereen zou Sneek wel halen. "Sneek" stond er op het stempeltje, keurig in het daartoe bestemde hokje. "Sneek" in plaats van "Snits", sympathiek gebaar, waarschijnlijk speciaal voor de vele "Hollânders". Zo, mijn eerste stempel had ik te pakken!

Sneek, 11:28

  etappe        
afstand 22       km
rijtijd 58       min
snelheid 22.8       km/h

Even later schaatste ik Sneek binnen. Ik moet zeggen dat er toch wel wat door mij heen ging, toen ik al die mensen langs de kant zag staan joelen en aanmoedigen. Plots zag ik de stadspoort bij Sneek: een plaatje dat ik al vele malen op de televisie had gezien bij het bespreken van de ijscondities voor de Elfstedentocht. Vlak voordat ik er voorbij schaatste viel het mij op dat het ijs na het bruggetje wat papperig aandeed. Dat was de plaats waar een stel vandalen - ijsterroristen - pekel op het ijs had gestrooid onder het motto "hak 'n wak". Ze waren tegen de overmatige belangstelling voor de Elfstedentocht. Nu ja, er loopt wat rond, tegenwoordig... Gelukkig had men het een en ander weer kunnen herstellen. In Sneek leerde ik klunen. Men had van hout een hele trappenconstructie getimmerd waarover je naar boven kon en verder over óf platen hout ófwel stukken rubber of vloerbedekking. Het ijs was goed, de wind gunstig en de mensen enthousiast. Vol goede moed schaatste ik verder richting Ijst [Drylts], slechts 4 km verder.

Ijlst, 11:37

  etappe   totaal    
afstand 4   26   km
rijtijd 9   67   min
snelheid 26.7   23.3   km/h

Daar herhaalde zich het scenario van Sneek: enthousiaste mensen en een stempeltje. De tocht ging verder naar Sloten [Sleat] (Beter was: "sleet" geweest, "natte sneeuw" in het Engels). Men had al in de starttent gezegd dat de tocht over het meer "linksom was uitgezet (?)" en dat men zou controleren. Inderdaad had men op bepaalde plaatsen met rood-wit band de route aangegeven en stonden er mensen met een "Elfsteden-overgooier" langs de route om te kijken of iemand niet een kilometertje smokkelde. Op het ijs van het Slotermeer werd het voor het eerst wat moeilijker. Nadat we voorspoedig waren voortgeblazen kregen we nu voor het eerst te maken met zijwind. Het viel me toen op dat deze wind soms behoorlijk hard te keer kon gaan. Bij Sloten moest men linksaf, een soort lus maken.

Sloten, 12 : 16

  etappe   totaal    
afstand 14   40   km
rijtijd 39m   1h46   tijd
snelheid 21.5   22.6   km/h

Een gedeelte van het traject naar en van Sloten schaatste men langs elkaar heen. In Sloten besloot ik even wat te drinken. De voorraad sportdrank die ik in mijn rugzakje had wilde ik bewaren voor "moeilijke en onherbergzame stukken", zoals tussen Franeker en Bartlehiem. Men had mij gewaarschuwd dat je daar hele stukken had waar je van iedereen verlaten alleen schaatste. Bij de koek-en-zopie tent in Sloten was het druk: iedereen wilde wat. "Chocolademelk is op" werd er gezegd. "Geeft U dan maar thee". "Ja meneer". Verder geen actie. De man ging gewoon door met het dompelen van theezakjes in een grote ketel. Naast hem stond een mevrouw de ene na de andere klant te helpen. Ik zag dat dit nog wel lang ging duren en schaatste gefrustreerd - zonder thee - verder. Direct buiten het stadje waar men langs elkaar schaatste was een koek-en-zopie tent mèt chocolademelk, zonder wachtenden! Ik goot de lauwwarme chocolademelk naar binnen en schaatste vol goede moed verder. Het was daar dat ik hoorde dat ene Angenent (?) de tocht had gewonnen.


De totale tocht

Traject beschreven op deze pagina

De wind

Ditmaal ging het een stukje tegen de wind in. Waarlijk, dit was een stuk minder leuk dan de afgelopen kilometers. Met dit soort wind was het tegen de wind in "hakken" ("hakkûh"). Persoonlijk vind ik dit heel vervelend schaatsen, want door die harde wind kun je geen mooie, lange slagen maken. Als schaatser ben ik een echte "glijer".

Kort nadat ik het tegenwind-traject achter me had en weer - opgelucht - wat lekkerder kon schaatsen besloot ik aan de dringende wens van mijn blaas gehoor te geven. Bij een tamelijk grote brug die er nogal verlaten bij lag schaatste ik naar de kant. Gezien de nogal harde wind vereist dit soort biologische noodzakelijkheden nogal wat planning. Als eerste goed bepalen waar de wind vandaan komt. Met de wind in de rug, legde ik mijn handschoenen twee meter rechts van mij op het ijs. Nauwelijks was ik begonnen met het graven tussen mijn vele lagen kleding, toen er een schaatser naast mij kwam staan. "Was U hetzelfde van plan als ik" vroeg ik. "Ja, ik geef het hier ook op". "Ik wilde alleen maar even plassen". De man wist nu niet meer hoe hij moest reageren. Hij bleef maar wat apathisch naast mij staan. Toen ik hem vroeg mij even te excuseren schaatste hij verder. Ik heb hem niet meer gezien.
Tijdens voornoemde bezigheid kwam er een fikse windvlaag, die niet alleen voor een verneveling van mijn overtollige vloeistof zorgde, maar ook greep kreeg op een van mijn handschoenen, die speels werd opgenomen en over een afscherming met paaltjes werd geblazen. Op het moment zelf kon ik slechts met lede ogen toezien en pas later kon ik met behulp van een schaatsbeschermer mijn handschoen te pakken krijgen. Stel je voor dat bij die omstandigheden ik een handschoen was kwijtgeraakt!

Nadat ik al mijn kleding had geordend reed ik verder en kwam een tijdje later door het plaatsje "Balk". Een heel leuk plaatsje met zeer veel enthousiast aanmoedigende mensen langs de kant. Omdat het geen stadje was, was er ook geen stempelpost. Vreemd eigenlijk, je zou het wel verwachten. Bij het volgende meer, "Fluessen", was het ijs wat slechter. Er waren een gedeelten waar de ondergrond van het ijs wat "broos" was. Het was makkelijk te herkennen aan een wat witte kleur. Het vreemde was dat je daar met je schaats een klein stukje in zakte. Je remde weliswaar niet veel af, maar het verhoogde het risico op een flinke smak. Ook waren er gedeelten waar het ijs wat ribbeliger was en als je daar overheen schaatste had je het gevoel dat het tot in je hersens trilde, net als je wel eens hebt met skeeleren als je over een ruw stukje asfalt rijdt.

Inmiddels was ik al voor de tweede keer gevallen, door op een moment van onachtzaamheid een scheur over het hoofd te zien. Talloze keren echter, had ik op het laatste moment nog een val kunnen voorkomen. Door het maken van een bruuske beweging die de onverwachte koersverandering moest corrigeren. Dit soort dingen belast je rug erg. Ook merkte ik dat ik mijn slag was gaan veranderen. In plaats van de lange slagen die ik gewend was van de Haagse "Uithof" maakte ik nu wat kortere slagen. Dat had het voordeel dat je in geval van scheuren wat sneller je balans op je andere schaats kon zetten en je was wat wendbaarder, zodat je makkelijker om de scheuren heen kon zigzaggen. Bij het binnenrijden van Stavoren [Starum] was ik onder de indruk van de schoonheid van dit plaatsje.

Stavoren, 13:39

  etappe   totaal    
afstand 26   66   km
rijtijd 1h23   3h09   tijd
snelheid 18.8   21.0   km/h
In de haven lagen schepen met masten en tuigwerk. Omdat ik weer een aardig stukje had geschaatst - het was inmiddels kwart voor twee - besloot ik een krentenbol uit mijn rugzakje te nemen. Ik schaatste even naar de kant en pakte mijn rugzakje. "Wilt U soms een kopje warme thee, mijnheer?" klonk het naast me. Dankbaar nam ik de dampende thee aan. Ogenblikkelijk schoot mij "Het vrouwtje van Stavoren" door het hoofd. Vreemd: iedereen kent de term, maar ik denk dat maar weinigen de legende kennen. Maar goed: ze bestonden en je kreeg er thee van. Snel goot ik de thee naar binnen: ik moest verder. Ik was immers laat gestart en ik zou nu een traject - van Stavoren naar Dokkum, 110 km - pal tegen de harde wind in moeten schaatsen. Zeer tegen mijn gewoonte in en wat gegeneerd deed ik de anderen na en gooide het bekertje aan de kant op het ijs. Sorry, er stonden geen prullenbakken en ik kon er echt niet mee in mijn hand blijven schaatsen.

 

Startpagina Verder