De inlijding voor de Weissensee: deel 2

De voorbereiding:
Het was te laat; ik zat eraan vast. Thuis werd ik gelukkig goed opgevangen. Mijn vrouw zei me dat mannen in een mid-life crisis of penopauze altijd wel zoiets doen maar dat het verder niet echt gevaarlijk was. Tot mijn ontsteltenis kon ik zelfs vrij van mijn werk krijgen. Geen strohalmen meer om me aan vast te klampen. De angst overmande me. Ik moest mij degelijk voorbereiden. Wat te doen? Zorgen voor een goede techniek en een conditie als een paard (alleen mijn techniek was thans die van een paard).

Na voorgaande avond een copieus maal te hebben genoten, besloot ik wat te gaan hardlopen in het park. Daartoe viste ik ergens diep uit een stoffige kast mijn trainingspak.
Onbegrijpelijk dat een trainingspak zo kan krimpen rond de taille wanneer je het een aantal jaren in de kast laat liggen. Zelfs mijn sportschoenen vond ik nog. Gelukkig kon ik mijn auto dicht bij het park kwijt zodat ik niet ver hoefde te lopen. Ik besloot gelijk maar een flinke sprint in te zetten. Verbeeldde ik het mij of rook ik werkelijk de stank van verbrand rubber toen ik wegsnelde?

Mogelijk, in mijn diensttijd (lichting 73-5) was ik altijd al erg goed geweest in sport. Na slechts honderd meter begonnen zich al vreemde verschijnselen voor te doen. Mijn bleke bureaucratengezicht had een gezonde blos gekregen, hetgeen door niet terzake kundigen als 'een kop als een tomaat' zou worden bestempeld.
Ergens in mijn borstkas voelde het alsof iemand met een moker tekeer ging. Mijn longen probeerden krampachtig de broodnodige lucht naar binnen te zuigen, die zich fluitend en piepend een weg vocht naar mijn verkrampte luchtwegen.

De aderen bij mijn slapen zwollen op bij iedere hartslag. Ik wist niet niet dat ik zoveel spieren in mijn benen had: ik voelde ze - toen al - allemaal. Nčt toen ik van plan was deze levensbedreigende activiteit te stoppen, hoorde ik HAAR.

Ik durf verder te lezen

Ik heb er genoeg van! Terug naar de Startpagina