De inlijding voor de Weissensee: de apotheose

hoe het verder ging:
Het gerinkel van gouden armbanden. Dit gerinkel kwam akelig snel dichterbij. Als ik gepasseerd zou worden, dan minstens eervol. Ik besloot mijn energievoorraad tot het uiterste aan te spreken. Met ijzeren wilskracht forceerde ik mijn onder overbelasting werkende gestel verder. Mijn hart bonsde niet meer als een moker, maar als een hei-machine, zij het dan veel sneller.Het gebons van mijn hart werd overigens ruimschoots overstemd door het fluiten en piepen van de in- en uitgaande luchtstroom, teweeg gebracht door twee longen die sedert jaren niet meer tot deze proporties waren opgeblazen. Ik liep louter mechanisch, met een waas voor mijn ogen.
Dat laatste was waarschijnlijk te wijten aan de condens op mijn brillenglazen. De redding: ik zag een zijpaadje. Als een zombie strompel-rende ik dit paadje in, hopende dat ZIJ wel rechtdoor zou gaan. Maar de Goden waren mij slecht gezind, die dag.

De rinkelende armbanden kwamen rap dichterbij en bevonden zich op nog maar een paar meter afstand. Toen kwam de vernedering: een welgevormde hinde in een snel pak met perfecte coupe - Yves St. Laurent? - passeeerde mij gracieus en met soepele tred, waarbij haar voeten nauwelijks de grond beroerden.
Haar lange, golvende, blonde haren deinden mee op het ritme van haar pas. (Overigens waren het niet alleen haar haren die op dit ritme meedeinden).
Mij een laatste blik gunnend op haar - overigens zeer fraaie - vormen verdween ZIJ, snel en soepel, zonder een spoor van vermoeidheid, uit mijn zicht en uit mijn leven. De mythe van Atalante en Hippomenes herhaald. Ik stopte.

Het gefluit van de vogeltjes vermengde zich met het gefluit van mijn longen. In mijn borstkas huisde een ééncylinder Harley-Davidson, zo klonk het. Mijn bloeddruk moet het landelijk gemiddelde flink overschreden hebben. Mijn oogbollen, zo geleek het, wilden bij iedere hartslag naar buiten vluchten. Bergstroompjes gutsten van mijn voorhoofd. Mijn benen waren volledig verstijfd van het melkzuur. Hoe ik bij mijn auto ben gekomen weet ik niet meer. Ik weet wel dat ik daar een hele tijd heb gezeten, alvorens ik met thuis durfde te vertonen...

Ik heb het volbracht! Terug naar de Startpagina